zaterdag 23 oktober 2010

Balans van een filmfestival

't Is weer voorbij, de jaarlijkse filmhoogmis in Gent...

Dit jaar stonden er 16 films op mijn programma, waaronder enkele stinkers - ja, dat slaat vooral op jou: Adrienn Pál, je verdient zelfs geen link, zo slecht was het - maar toch ook enkele films waardoor ik aangenaam verrast werd.

Eerst en vooral een woordje over de grote winnaar van het festival, die zowel de jury als het publiek wist te bekoren: Die Fremde.
Zelf heb ik 'm de afgelopen anderhalve week niet gezien, aangezien ik 'm in september in Dresden kocht op dvd en in alle rust thuis in mijn zetel bekeken heb. Maar het is zonder twijfel een terechte Preisträger, die de aandacht vestigt op een belangrijk probleem, namelijk dat van eremoorden die zich ook in onze contreien kunnen voordoen.

De prijs van de jury is vooral een distributieprijs en bij deze zeg ik dan ook van ganser harte: ga kijken eens de film bij ons in de zalen komt! En dat is dus vanaf 2 maart 2011. Óf je kan ook eens lief in mijn ogen kijken, dan krijg je misschien de dvd eventjes mee naar huis, hij heeft Engelstalige ondertitels...



Dan rest me enkel nog een opsomming te maken van wat ik écht de moeite vond op het festival:
Kerity, het geheim van Eleanor (22/12/10)
Starring Maja (ergens in 2010)
Another year (22/12/10)
Shahada (16/02/11)
Mine vaganti (23/03/11)

En last but not least - en geen verrassing voor wie mij een beetje kent - de nieuwe van François Ozon: Potiche (10/11/10), waarin Catherine Deneuve het van huisvrouw (de Potiche uit de titel) tot fabrieksdirectrice en nog veel meer weet te schoppen!

woensdag 20 oktober 2010

Een keukenmeidenroman

Tussen de films van het filmfestival door, passeer ik de (wacht)tijd met het lezen van wat ondertussen een schitterend boek blijkt te zijn, namelijk Een keukenmeidenroman van Kathryn Stockett.

Van de achterflap:

In het Mississippi van de jaren 60 wordt aan zwarte vrouwen wel de opvoeding van blanke kinderen toevertrouwd, maar niet het poetsen van het tafelzilver. Drie vrouwen zijn het allesbepalende racisme meer dan zat en besluiten dat de verschillen tussen hen minder belangrijk zijn dan de overeenkomsten.

Met 495 pagina's is het een stevig boek geworden, maar eens vertrokken, kon ik bijna niet meer stoppen met lezen.

Het verhaal wordt afwisselend verteld door Aibileen en Minny, twee zwarte huishoudhulpen, en Miss Skeeter, de dochter van een katoenboer. Skeeter heeft het plan opgevat een boek te schrijven over de relatie tussen zwarte hulpen en hun blanke bazen, vanuit het standpunt van het huishoudelijk personeel, een gevaarlijk idee in het nog steeds door rassenscheiding geplaagde Zuiden van de VS in de jaren '60.

Ik kan gewoon niet anders dan een ongelooflijke bewondering voor deze dappere vrouwen opbrengen, je voelt in het boek hoe de tijden aan het veranderen zijn, maar ook hoe de mensen tegelijkertijd nog héél voorzichtig moesten zijn met bepaalde uitspraken en acties.

De Nederlandse titel vind ik eerlijk gezegd een beetje ongelukkig gekozen, hoewel de vlag de lading dekt. Het gaat hier over keukenmeiden, maar ook over kindermeisjes en ander huispersoneel. De titel schept daardoor misschien zelfs andere verwachtingen, ik dacht eerlijk gezegd eerst dat het zo'n zeemzoeterig liefdesverhaal met smachtende vrouwen en breedgeschouderde mannen zou worden. De originele Engelse titel The help is dan toch een stuk beter en spreekt me meer aan.

Natuurlijk heb ik dit boek in de bibliotheek gehaald, je weet dus waar het te vinden (eens ik het teruggebracht heb).